`Europese landbouwproductie daalde licht in 2020 - Olive Oil Times

De landbouwproductie in Europa is in 2020 licht gedaald

Door Paolo DeAndreis
29 november 2021 09:07 UTC

De laatste gegevens gepubliceerd door Eurostat blijkt dat de Europese landbouwsector in 1.3 27 procent van het totale bruto binnenlands product (bbp) van het 2020 leden tellende blok bijdroeg.

Bovendien schatte het officiële bureau voor de statistiek van de EU de bruto toegevoegde waarde aan de landbouwsector, het verschil tussen de waarde van de productie en de productiekosten, op 178.4 miljard euro.

Het totale aantal landarbeiders kromp met 2.9 procent, iets meer dan de gemiddelde jaarlijkse daling van 2.5 procent die tussen 2005 en 2019 werd gerapporteerd.

Zie ook:Europese olijfolie-export zal naar verwachting herstellen naarmate de kosten stijgen

"Eén manier om dit te bekijken is dat voor elke € 1 die wordt uitgegeven aan de kosten van goederen en diensten die worden gebruikt in het productieproces (bekend als intermediair verbruik), de landbouwindustrie van de EU een toegevoegde waarde van € 0.76 creëerde”, schreef Eurostat. "Hoewel deze relatieve toegevoegde waarde in 2020 lager was dan de € 0.79 in 2017, was deze nog steeds hoger dan in de meeste andere jaren sinds 2007.”

Door gewassen, dieren en landbouwdiensten toe te voegen aan verschillende andere goederen en diensten, schatte Eurostat dat de landbouwsectoren van het 2020 leden tellende blok in 27 een totale waarde van € 414.1 miljard produceerden, een daling van 1.1 procent vergeleken met 2019.

Van dat bedrag was € 219.5 miljard afkomstig van gewassen, terwijl € 159 miljard afkomstig was van dieren en dierlijke producten. Agrarische diensten waren goed voor € 20.3 miljard, terwijl de rest betrekking had op niet-agrarische activiteiten die Eurostat niet afzonderlijk kon meten.

Eurostat legde uit dat de daling van 1.1 procent vertegenwoordigt: "een lichte terugval van de piek in 2019, die zelf het hoogtepunt was van een opwaartse trend die in 2009 was ingezet.”

"Deze verandering in nominale waarde weerspiegelde lichte dalingen in zowel de nominale prijs voor landbouwgoederen en -diensten als geheel (naar schatting -1.0 procent) als in het outputvolume (naar schatting -0.2 procent)”, voegde Eurostat eraan toe.

De landen waar de daling van de outputwaarde het grootst was, waren Roemenië (– 11.3 procent), Nederland ( – 3.1 procent), Italië ( – 2.3 procent), Frankrijk ( – 1.9 procent) en Duitsland ( – 1.6 procent).

Aan de andere kant behoorden Spanje (+1.1 procent) en Polen (+1.9 procent) tot de grootste bijdragers die hun totale productiewaarde zagen groeien, waarbij de sterkste stijging werd gerapporteerd in Litouwen (+8.6 procent).

De gegevens van Eurostat voor 2020 bevestigden ook de aanzienlijke verschillen in landbouwvolumes en -opbrengsten in de hele EU, waarbij vier landen de meeste van de totale outputwaarden voor hun rekening namen.

Negenenvijftig procent daarvan kwam uit Frankrijk (€ 76.3 miljard), Duitsland (€ 57.6 miljard), Italië (€ 56.9 miljard) en Spanje (€ 52.3 miljard). Door de outputwaarde van Nederland, Polen en Roemenië op te tellen, schatte Eurostat dat 76 procent van de totale waarde van de landbouwsector in de EU afkomstig was uit die zeven lidstaten.

Kijkend naar de € 235.8 miljard aan kosten waarmee boeren worden geconfronteerd, kwam 51 procent van het voeren van dieren en veterinaire diensten, terwijl 11.1 procent van herbiciden, pesticiden, insecticiden, meststoffen en bodemverbeteraars.

Zie ook:€ 100 miljard aan EU-uitgaven kunnen de uitstoot in de landbouwsector niet verminderen, blijkt uit audit

"De kosten van de intermediaire goederen en diensten die door de landbouwsector worden gebruikt in 2020 waren iets lager dan een jaar eerder (naar schatting -1.1 procent)”, schreef Eurostat. "Het tempo van de daling was hetzelfde als dat van de waarde van de landbouwproductie (naar schatting -1.1 procent), wat resulteerde in een lichte daling (-1.3 procent) van de bruto toegevoegde waarde die door de landbouwindustrie wordt gegenereerd.”

In veel landbouwsectoren, waaronder de olijfoliesector, kwam slechts een klein percentage van de arbeid van loontrekkende werknemers, gezien de rol die vrijwillige gezinnen en gemeenschappen op zich nemen tijdens de meest arbeidsintensieve weken van het jaar.

Uit gegevens van Eurostat blijkt dat in 2020 6.2 miljoen werknemers niet in loondienst waren, vergeleken met 2.3 miljoen voltijdse werknemers.

advertentie

Zoals hierboven vermeld, is de totale arbeidsinput in de landbouw tussen 2005 en 2020 in bijna alle lidstaten sterk gedaald, waarbij de sterkste daling de meeste Oost-Europese landen trof.

"Deze krimp van de agrarische beroepsbevolking weerspiegelde zowel push- als pullfactoren”, schreef Eurostat. "Er zijn grote vorderingen gemaakt op het gebied van mechanisatie en efficiëntie enerzijds en anderzijds een ruimere keuze aan aantrekkelijke banen in andere sectoren van de economie.”

Ook het inkomen voor landbouwarbeid daalde in 0.8 met 2020 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Terwijl een paar lidstaten een sterke stijging van het beschikbare inkomen voor arbeiders in het veld optekenden, zagen grote landbouwlanden zoals Duitsland, Nederland, Roemenië, Italië en Frankrijk een aanzienlijke daling.

Als gevolg hiervan, zei Eurostat, steeg het beschikbare inkomen met 31.5 procent in vergelijking met het niveau van 2010.

Eurostat heeft ook het risico samengesteld op basis van de pesticidenindex, die betrekking heeft op de hoeveelheid pesticiden die in de hele EU wordt verkocht, en waarschuwde dat de soorten werkzame stoffen in de loop van de tijd veranderen en dat de verkoopvolumes het daarmee samenhangende potentiële gevaar niet efficiënt kunnen inschatten.

Maar de index, "geharmoniseerde risico-indicator 1,” toont a afnemend risico van pesticiden in het grootste deel van de Europese Unie.



advertentie
advertentie

Gerelateerde artikelen