Het dubbelzinnige effect van warm weer op olijven

Het klimaat op aarde wordt ongetwijfeld warmer en warmer. Het komt door de natuurlijke stroom van het weer als geheel, of door de CO2-uitstoot, of een combinatie van beide. Zuid-Europa had deze zomer opeenvolgende periodes van zeer warm weer en in de Verenigde Staten was juli volgens de NOAA de heetste sinds 1895.

Dit is zowel een zegen als een vloek voor olijfbomen. Zeer warm weer kan de olijffruitvlieg vernietigen, maar als de olijfgaard niet wordt geïrrigeerd, wordt de olijfvrucht erg droog, wat resulteert in veel lagere opbrengsten.

De vrouwelijke olijfvlieg legt haar eieren in de olijf en de pasgeboren rups begint het vlees te verslinden en veroorzaakt zware schade. Olijfvliegen, die veel voorkomen in het Middellandse-Zeegebied en sinds 1998 in Californië worden gezien, zijn actief wanneer de temperatuur lager is dan 30 graden Celsius (86 op de schaal van Fahrenheit). Voor warmere omstandigheden wordt het leggen van eieren opgeschort en als de temperatuur boven de 35 graden komt, wordt de kever totaal inactief.

Aan de andere kant leveren droge weersomstandigheden geen brandstof voor de olijfboom en raken de steenvruchten te uitgedroogd om intern olie te maken. De oplossing ligt in de regenval in de herfst (als deze vroeg genoeg komt) of irrigatie, wat voor veel van de olijfboomteelten in de Middellandse Zee niet haalbaar is vanwege een gebrek aan water of de veelgebruikte teeltmethode ​"xerofytische” (niet-geïrrigeerde) bomen voor beter olijfolie kwaliteit.

Dus gemiddelde weersomstandigheden betekenen goed productie van olijfolie en pesticidencampagnes om van de insecten af ​​te komen, en warmere weersomstandigheden betekenen geen pesticiden maar voorspelbaar minder olijfolie.

• "De olijffruitvlieg”, in het Grieks


• "Olijffruitvliegpopulaties gemeten in Centraal- en Zuid-Californië”