Landbouwbedrijven die met natuurlijke uitdagingen te maken hebben, zijn minder winstgevend dan conventionele, maar spelen een cruciale rol in de biodiversiteit en het behoud van het landschap.
Een aanzienlijk deel van de Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)-gelden in de Europese Unie gaan de komende jaren naar boeren die in achterstandsgebieden opereren.
Daaronder bevinden zich alle boerderijen die te maken hebben met natuurlijke beperkingen, zoals steile hellingen, droge gebieden of gebieden die onderhevig zijn aan extreme weersomstandigheden. Olijf- en wijnbouwers in veel regio's komen in aanmerking voor deze fondsen.
Volgens een rapport van het directoraat-generaal Landbouw van de EU zal er in het huidige GLB, dat loopt van 18.7 tot 2023, 2027 miljard euro naar die boeren gaan.
Zie ook:Het bevorderen van de biodiversiteit en het verbeteren van de bodemgezondheid zijn de sleutel tot de aanpak van de wereldwijde watercrisisDe Europese Unie schat dat boerderijen met natuurlijke beperkingen 47 miljoen hectare landbouwgrond beslaan.
Het geld van het GLB vertegenwoordigt 17 procent van alle financiering voor plattelandsontwikkeling en 6 procent van de middelen die worden verstrekt door de nationale strategische plannen die het GLB in elk land uitvaardigen.
Voor het eerst ooit in de Europese Unie vergeleken experts de prestaties van boerderijen die te maken hebben met natuurlijke beperkingen met die van conventionele boerderijen.
Ze ontdekten dat zelfs wanneer ze worden ondersteund door GLB-fondsen, de boerderijen met natuurlijke beperkingen 20.4 procent minder inkomsten opleveren voor boeren in bergachtige gebieden en 26.5 procent minder in andere extreme regio's.
Hoewel boerderijen met natuurlijke beperkingen lagere opbrengsten opleveren, bleek hun activiteit gemiddeld genomen minder schadelijk voor het milieu, waarbij een groter deel van hun land de biodiversiteit ten goede kwam.
De aanzienlijke aanwezigheid van graslanden en braakland op boerderijen met natuurlijke beperkingen verminderde het risico op erosie en ondersteunde bodemgezondheid en tegelijkertijd bijdragen aan het behoud van het landschap.
Het wijdverbreide gebruik van peulvruchten om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren, vermindert de behoefte aan synthetische meststoffen.
Uit de gegevens blijkt ook dat boerderijen met natuurlijke beperkingen minder kunstmest en pesticiden gebruiken. In bergachtige gebieden wordt het volume van dergelijke producten met 55 procent verminderd in vergelijking met conventionele boerderijen.
Wanneer alleen meerjarige teelten in aanmerking worden genomen, worden gewasbeschermingsmiddelen 56 procent minder gebruikt in vergelijking met gangbare landbouwbedrijven.
Extreme landbouwgebieden, zoals de vele steile hellingen waar olijfboeren aan de overkant van de Middellandse Zee werken, worden door experts als zeer gevoelig beschouwd voor de aanhoudende klimaatcrisis.
"Voor de meeste mediterrane gebieden voorziet het Intergouvernementeel Panel inzake klimaatverandering aanzienlijke schade door klimaatverandering wat in de komende decennia rampzalig zou kunnen worden”, vertelde Primo Proietti, een professor landbouw- en milieuwetenschappen aan de Universiteit van Perugia, Italië, aan Olive Oil Times.
"De landbouwproductie zou aanzienlijke verliezen kunnen lijden en de productkwaliteit zou daardoor ook aanzienlijk kunnen dalen extreme temperaturen, onvoorspelbare regenval en overstromingen en bovendien droogte”, legt Proietti uit.
"Klimaatverandering zal ook de neiging hebben om ziekteverwekkers, plagen en onkruid te stimuleren, die bestemd zijn om het volume en de kwaliteit van de productie te beïnvloeden," voegde hij eraan toe.
Volgens Brussel zou het opgeven van landbouwgrond met een rijke biodiversiteit op landbouwbedrijven die met natuurlijke beperkingen te kampen hebben, en het stopzetten van de landbouwactiviteiten gemakkelijk kunnen leiden tot een verdere verslechtering van de ecologische toestand van die gebieden.
"Als boerderijen die met natuurlijke beperkingen worden geconfronteerd, uit productie zouden gaan, zou dit waarschijnlijk resulteren in een overall afname van de voedselproductie in de EU en een daaruit voortvloeiende intensivering van reeds intensief beheerde landbouwgrond. Daarom is de inkomenssteun van het GLB cruciaal”, concludeerde de inleiding van het rapport.